AFLEVERING 5 van 7
Participatie is gewoon hele goede communicatie. In essentie dan. Het lijkt soms wel de grote toverformule van de laatste jaren waarmee organisaties – sinds de 'open- en transparant'-revolutie – ‘andere mensen’ mee laten denken of beslissen over beleid, plannen en uitvoering. Dat heet dan ‘luisteren’ of ‘de buitenwereld binnenhalen’. Toch komt die participatie nog niet altijd lekker uit de verf, wordt gezocht naar 'nieuwe vormen van participatie' en is er een heuse ‘participatie-elite’ ontstaan die dan weer niet altijd gewenst blijkt. Werk aan de winkel dus! Of doen we te moeilijk?
In deze blogserie gaan we in op de zin en onzin van participatie en de raakvlakken met je organisatie, marketing en communicatie. Aan de hand van geleerde lessen, voorbeelden en verwonderingen kijken we verder. Dit is deel 5 van 7: participatie wordt door sommige organisaties nogal geclaimd. Als iets waar zij van zijn, over gaan of wat zij moeten organiseren en faciliteren. En dat is dus niet zo.
Participatie is van iedereen
De naderende Omgevingswet is er vrij duidelijk over: het is aan de initiatiefnemer om de omgeving bij plannen te betrekken. Dus ook om bijvoorbeeld participatie te organiseren. Toch hebben gemeentes (en andere overheidsorganisaties) de neiging participatie te claimen als hún onderwerp (en de hele uitvoering van de Omgevingswet trouwens ook). Error! Participatie is van iedereen. Bijvoorbeeld met je buren overleggen over de parkeermogelijkheden in de straat. Het hele principe is nu juist, dat de overheid wat meer ruimte gaat geven aan initiatiefnemers om zelf dingen op te pakken. En dat hoef je niet van A tot Z te faciliteren, want dan straal je bij voorbaat uit dat het toch jouw proces is.
Inwoners of ondernemers kunnen net zo goed zelf aan de slag gaan en bijvoorbeeld de gemeente uitnodigen om mee te denken. Dat zal wennen zijn en nieuwe uitdagingen opleveren. Ook duurt het wellicht nog even voor dit gemeengoed wordt, maar het gaat gebeuren. Het is dus zaak om je participatiebeleid zo in te richten dat iedereen ermee kan werken en dat het proces ook kan beginnen bij de inwoner, ondernemer of vereniging. En om participatie vanuit je eigen perspectief als (belangrijke) speler in het geheel te zien, in plaats van iets dat je moet regisseren. Het is zelfs maar de vraag of je er als overheid iets mee móet. Die gedachte is momenteel populair door de naderende Omgevingswet, maar de bedoeling van die wet is dat het voor de initiatiefnemer van een idee allemaal wat eenvoudiger en inzichtelijker wordt.
Participatie kan per definitie niet 'van iemand' zijn
Het gaat nog verder dan wie de initiatiefnemer is. Participatie kan per definitie niet ‘van iemand’ zijn. Het is iets wat je samen doet. Dus een overheid die dicteert over het wat, wanneer en hoe van onderwerpen En locaties, is een achterhaald idee. Voor je het weet, mag ik als inwoner geen bezwaar meer maken, ‘want dan had ik maar mee moeten participeren’ of ‘heb ik mijn kans gehad’. Maar wanneer ik zelf met een plan kom, staat dat wellicht niet op de agenda of heet het ineens ‘een burgerinitiatief’.
Ik sprak een commercieel vastgoedmakelaar die bezig was met de mogelijke verhuizing van een supermarkt. Daar was niet per se iedereen blij mee. Zowel niet op de plek waar de supermarkt weg zou gaan, als op de plek waar die zou moeten komen. De gemeente daar durfde te kiezen voor iets dat past bij de gedachte van de Omgevingswet. Namelijk: de supermarkt is initiatiefnemer, dus laat die zelf maar met de buurt in gesprek gaan. Dan horen we wel wat er uitgekomen is.
Voor commerciële organisaties lijkt wat minder te gelden dat participatie van iedereen is. Maar niets is minder waar. Sterker nog: het private domein is hier eigenlijk al veel verder mee. Het laten meedenken en -doen van klanten is de norm geworden. Omdat het voortbestaan van bedrijven afhankelijk is van hun klanten, wordt er meer mee gedaan dan in het publieke domein. Want als ik ontevreden klant ben, ga ik gewoon ergens anders heen. Maar als ik niet tevreden ben over de Belastingdienst, kan ik niet overstappen. En als ik niet blij ben over de inspraakmogelijkheid bij mijn gemeente heb ik pech. Of moet ik verhuizen. Toch speelt bij commerciële organisaties ook iets anders: zij kunnen immers vraag creëren door bijvoorbeeld een product te lanceren waar tot dat moment niemand op zat (of leek) te wachten.
Een slimme student was gewoon sneller
Bij NS kwam het initiatief voor een betere reisplanner ooit van buitenaf. Daar had NS geen participatie voor georganiseerd; een slimme student was gewoon sneller en kwam met het initiatief. Sterker nog: die had de app al ontwikkeld. Heel even speelde het spoorbedrijf met de gedachte deze student te wijzen op het gebruiken van de reisinformatie-data zonder toestemming, maar gelukkig zag men op tijd het licht en werd het initiatief omarmd.
De zin en onzin van participatie (4/7)
Dit is deel 4 van 7 in een serie van De Selectie over participatie. Denk je mee? Graag hoor ik hoe jij naar het onderwerp kijkt en wat jouw geleerde lessen, tips of succesverhalen zijn. In deze serie:
Participatie is van allemaal
Participatie hoeft niet door iedereen
Participatie is ingewikkelder dan nodig
Volgende week deel 6 van 7: participatie is dan wel van iedereen, maar het hoeft niet door iedereen. Organisaties zoeken zich suf naar meer deelnemers, maar sommige mensen zitten daar helemaal niet op te wachten. Wat overigens niet wil zeggen dat ze geen mening hebben...
Comments