AFLEVERING 2 van 7
Participatie is gewoon hele goede communicatie. In essentie dan. Het lijkt soms wel de grote toverformule van de laatste jaren waarmee organisaties – sinds de 'open- en transparant'-revolutie – ‘andere mensen’ mee laten denken of beslissen over beleid, plannen en uitvoering. Dat heet dan ‘luisteren’ of ‘de buitenwereld binnenhalen’. Toch komt die participatie nog niet altijd lekker uit de verf, wordt gezocht naar 'nieuwe vormen van participatie' en is er een heuse ‘participatie-elite’ ontstaan die dan weer niet altijd gewenst blijkt. Werk aan de winkel dus! Of doen we te moeilijk?
In deze blogserie gaan we in op de zin en onzin van participatie en de raakvlakken met je organisatie, marketing en communicatie. Aan de hand van geleerde lessen, voorbeelden en verwonderingen kijken we verder. Dit is deel 2 van 7: over die drang van organisaties dat participatie creatief en vernieuwend moet zijn. Want zullen we het eerst eens gewoon heel góed doen?
Participatie hoeft niet innovatief
Het lijkt een doel op zich, vooral bij overheidsorganisaties: vernieuwende, creatieve participatie(vormen). Het moet vooral in-no-va-tief zijn. Jammer. Want ik zou liever goede, effectieve participatie met resultaten willen hebben. Sterker nog: doe het nu eerst maar gewoon goed, voor je op zoek gaat naar toffe VR- of AR-brillen, vloermatten, muurprojecties, werkvormen en andere ‘kijk-ons-eens’-dingen.
Kijk ons eens goed bezig zijn voor onze inwoners/klanten...
Je hoeft met je organisatie echt niet aan te tonen dat je de participatie beter of innovatiever doet dan een ander. De behoefte om creatief en innovatief te zijn met participatievormen ontstaat vaak vanuit tegenvallende resultaten, matige opkomst of ontevreden deelnemers bij een vorig participatietraject. Maar het is een aanname dat dit de oplossing is. Of het ontstaat omdat communicatieafdelingen de reputatie van hun organisatie willen versterken en een participatietraject aangrijpen voor profilering (‘kijk onze gemeente eens goed bezig zijn voor haar inwoners’ of ‘zie ons bedrijf eens mooie productinnovatie doen met klanten’).
Hogere deelnamepercentages
Eén van de best werkende participatievormen is stokoud. En er is weinig aan geïnnoveerd de laatste jaren. Toch werkt het bij uiteenlopende doelgroepen, ook in grote steden en zelfs landelijk. We vinden er best iets van en het kan altijd beter, maar het principe klopt, de deelnamepercentages zijn hoger dan bij veel andere vormen en de invloed van de deelnemers is relatief groot maar binnen vooraf gestelde kaders. Hoe het werkt? Je laat een aantal mensen toelichten wat hun plannen zijn en daarna mogen de deelnemers van dit participatietraject stemmen. Vervolgens wordt op basis van de uitslag daarvan een soort masterplan gemaakt. We noemen deze participatievorm: verkiezingen.
De opbrengst van de participatie was 5.000 likes!
Op een congres vertelde een communicatieadviseur van een gemeente dat ze zo’n vernieuwend en geslaagd participatietraject hadden doorlopen. “En wat heeft het opgeleverd”, werd er gevraagd: “Was de opbrengst waardevol en werd jullie plan beter? Of zijn mensen nu tevredener met het resultaat?”. Maar dat wist ze niet: “5.000 likes op Facebook”, zei ze: "En ik kreeg terug dat het hele leuke sessies waren en iedereen kon zien dat we in gesprek waren gegaan met de samenleving". Want de inhoud was verder “ook niet haar rol”. Pardon? Juist wel! Als de door jouw geadviseerde participatie-aanpak niet per se iets oplevert voor de projectleider en inwoners of klanten, zullen we er dan gewoon mee stoppen? Ik sprak ook eens met een gemeente die een participatiebeleid wilde opstellen en daarbij de hele tijd aangaf dat het vooral om ‘innovatieve participatievormen’ moest gaan, zodat andere gemeentes op termijn ook bij hen kwamen kijken. Auw! Dat is toch geen doel op zich?
Maar creatief ís nodig!
“Nou, maar het moet vernieuwend en creatief om tot betere participatie te komen of om ervoor te zorgen dat (meer) mensen meedoen”, kun je stellen. Is dat zo? Wat is dan ‘beter’ en volgens wie? Is ‘meer deelnemers’ beter of ‘meer opbrengst’ of ging het stiekem gewoon alleen om ‘meer draagvlak’? Bedenk ook dat heel veel mensen niet per se behoefte hebben aan dit soort participatie (meer daarover in aflevering 6 van deze serie). Kortom: doe niet ingewikkelder dan nodig. Ga voor góede participatie in plaats van leuke, innovatieve of creatieve...
Bij een participatieavond vorig jaar, zei een zeer betrokken, kordate buurtbewoner nog tegen de goedbedoelende gespreksleider van het ingehuurde adviesbureau: “Meisje, ik kom hier vanavond niet om te kleuren of spelletjes te spelen op een landkaart maar om mee te denken met het nieuwe beleid.” I rest my case: het zijn inwoners, of klanten; je publiek. Geen kleuters.
De zin en onzin van participatie (2/7)
Dit is deel 2 van 7 in een serie van De Selectie over participatie. Denk je mee? Graag hoor ik hoe jij naar het onderwerp kijkt en wat jouw geleerde lessen, tips of succesverhalen zijn. In deze serie:
Participatie hoeft niet innovatief
Participatie is geen doel op zich
Participatie is een doorlopend proces
Participatie is van allemaal
Participatie hoeft niet door iedereen
Participatie is ingewikkelder dan nodig
Volgende week deel 3 van 7: over het doel van participatie. Te vaak nog zijn participatietrajecten er om een vinkje te zetten, (politiek) te scoren of draagvlak te creëren. Terwijl het zou moeten gaan om het oprecht laten meedoen en -denken van je publiek over je plannen, met als doel die plannen beter te maken. En waarin je dus ruimte laat om het nog anders (of zelfs helemaal niet) te doen...
コメント